Een letselschade-expert die op zzp-basis werkte voor Klaverblad Verzekeringen bleek haar fraudeverleden voor haar opdrachtgever te hebben verzwegen. Daarop zegde de verzekeraar de opdracht op, en nam de gegevens van de expert op in de frauderegisters IVR en EVR. Daarop spande de expert een kort geding aan, waarin ze verwijdering van haar gegevens uit de registers eiste. Deze eis is door de voorzieningenrechter afgewezen. De expert, die inmiddels NIVRE Register-Expert is, heeft bij het invullen van de benodigde integriteitsverklaring voor haar werkzaamheden als letselschadebehandelaar op zzp-basis voor Klaverblad relevante informatie verzwegen, terwijl zij zich bewust had moeten zijn van de relevantie van die informatie voor Klaverblad.

NIVRE Register-Expert
De letselschadebehandelaar, wiens identiteit bekend is bij de redactie op basis van een bron, behandelt sinds 2018 letselschadezaken aan de WA-zijde en werkte als schadebehandelaar bij verschillende bedrijven alvorens ze drie jaar geleden voor zichzelf begon en op zzp-basis ging werken. Sinds enkele maanden is ze, ondanks haar fraudeverleden, bij het NIVRE ingeschreven als Register-Expert. Dat is opmerkelijk, omdat voor registratie bij het NIVRE vereist is dat de expert “van onbesproken gedrag is” en er bovendien een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) moet worden overlegd. Klaarblijkelijk kan hiermee niet worden voorkomen dat een expert met een recent fraudeverleden in het register wordt opgenomen.

Sollicitatie bij Klaverblad
Halverwege 2023 heeft de expert bij Klaverblad gesolliciteerd naar de functie van letselschadebehandelaar. Daarbij heeft ze een digitale integriteitsverklaring ingevuld en ondertekend. Op de vraag ‘Hebben zich, in aanvulling op bovenstaande vragen, in het verleden omstandigheden voorgedaan waardoor aan uw betrouwbaarheid, deskundigheid en/of integriteit zou kunnen worden getwijfeld?’ heeft ze ‘nee’ geantwoord. Vervolgens heeft ze van 1 juli 2023 tot eind november 2023 als zelfstandig letselschadebehandelaar werkzaamheden uitgevoerd voor Klaverblad, waarbij ze zelfstandig letselschadedossiers behandelde.

Fraudeverleden ontdekt
In november 2023 is Klaverblad ermee bekend geworden dat er in het verleden vijf frauderegistraties van verschillende verzekeraars geregistreerd stonden op naam van de expert. De vrouw is tussen 2016 en 2022 voor vijf incidenten bij verschillende verzekeraars geregistreerd geweest in het EVR. Ten tijde van het invullen van de integriteitsverklaring in 2023 stond de expert niet meer in het EVR geregistreerd.

Opzegging opdracht en registratie in frauderegisters
Bij e-mail van 30 november 2023 heeft Klaverblad aan de expert meegedeeld dat zij de tussen partijen gesloten overeenkomst met onmiddellijke ingang opzegt, op grond van haar bevindingen dat de expert betrokken is geweest bij frauduleuze incidenten en valsheid in geschrifte en dat zij Klaverblad hierover bij het aangaan van de overeenkomst van opdracht en later bij de gesprekken daarover opzettelijk onjuiste informatie heeft gegeven.

Verder heeft Klaverblad de vrouw in december 2023 schriftelijk meegedeeld dat zij overgaat tot de registratie van haar persoonsgegevens in het Intern Verwijzingsregister voor de duur van acht jaar en in het Extern Verwijzingsregister EVR voor de duur van vijf jaar, en dat zij van de registratie in het interne Incidentenregister een melding heeft gedaan bij het Centrum voor Bestrijding van Verzekeringscriminaliteit (CBV).

Bij e-mail van 4 februari 2024 heeft expert via haar advocaat Klaverblad gesommeerd om de genomen maatregelen ongedaan te maken. Omdat Klaverblad aan deze sommatie geen gehoor heeft gegeven, spande de expert een kort geding aan.

Kort geding
De voorzieningenrechter concludeert dat vast staat dat de expert in de periode tussen 2016 en 2022 voor vijf incidenten bij verschillende verzekeraars geregistreerd is geweest in het EVR. Het spreekt voor zich dat Klaverblad, als financiële instelling, grote waarde hecht aan de integriteit en de betrouwbaarheid van haar medewerkers. Met dat doel onderwerpt Klaverblad haar nieuwe medewerkers ook aan een screening en/of integriteitstest.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is het evident dat de informatie over de vijf registraties en de betrokkenheid van de expert bij meerdere fraude-incidenten bij de beoordeling van haar integriteit voor Klaverblad van belang was, zeker nu zij zelf bij Klaverblad financiële claims diende te gaan afhandelen. Het feit dat de laatste registratie in het EVR ruim een jaar voor de sollicitatie van de expert was doorgehaald, neemt niet weg dat de fraude-incidenten uit een relatief recent verleden maken dat aan de integriteit van de expert getwijfeld zou kunnen worden. Een en ander betekent niet dat de expert nooit meer integer zal kunnen zijn, maar brengt wel met zich dat er minimaal een open gesprek nodig zou zijn geweest om te bezien of er voldoende vertrouwen was dat de expert haar leven inderdaad gebeterd heeft en of deze incidenten nog een voldoende reden kunnen vormen om aan haar integriteit te twijfelen.

De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat de expert bij het invullen van de integriteitsverklaring relevante informatie heeft verzwegen voor Klaverblad. Aangezien de expert zich bewust moet zijn geweest van de relevantie van die informatie voor Klaverblad, mag worden aangenomen dat zij dit met opzet heeft gedaan om Klaverblad te misleiden. Daarom acht de voorzieningenrechter het niet voldoende aannemelijk dat een bodemrechter tot het oordeel zal komen dat de opname in het EVR onrechtmatig is. De voorzieningenrechter ziet in de gegeven omstandigheden evenmin aanleiding om de duur van de registratie in het EVR te bekorten, nog daargelaten dat bij de vordering tot verkorting onvoldoende spoedeisend belang bestaat.

Indien de expert van mening blijft dat geen sprake was van opzettelijke misleiding en/of dat de registraties om andere redenen bekort moeten worden, is een bodemprocedure aangewezen. In die procedure kan een definitief oordeel worden verkregen over de vraag hoe de expert de integriteitsvraag had moeten begrijpen in relatie tot haar kennis van verzekeringen en de ernst van de verzwijging. Daarnaast kan een oordeel worden verkregen over de vraag of de ernst van de verzwijging en/of persoonlijke omstandigheden van de expert aanleiding geven om de registratietermijn te verkorten.

De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de expert af.

Lees hier de uitspraak.