Unigarant heeft volgens de Tuchtraad Financiële Dienstverlening het aanzien van de branche beschadigd door onvoldoende toezicht te houden op de handelswijze van een door de verzekeraar ingeschakeld expertisebureau. Dat bureau wachtte veel te lang met het erkennen van aansprakelijkheid in een zaak. Daarover schrijft AM.

De benadeelde was als voetganger aangereden door een automobilist die verzekerd was bij Unigarant. De verzekerde reed na het ongeval door, maar het kenteken van zijn auto was genoteerd.

GBL niet nageleefd
Het WA-bureau waar Unigarant de zaak aan had uitbesteed wilde gedurende 18 maanden geen aansprakelijkheid erkennen, omdat er meer informatie nodig zou zijn over het incident. Maar ondertussen liet de verzekerde niets van zich horen. De benadeelde stelde dat de Gedragscode Behandeling Letselschade niet werd nageleefd, omdat het expertisebureau, in opdracht van Unigarant, niet voortvarend en niet zorgvuldig omging met de behandeling van het dossier van klager.

Kifid
Toen besloot de benadeelde een klacht in te dienen tegen Unigarant bij het Kifid. Enkele weken later werd de aansprakelijkheid erkend en nam Unigarant de schaderegeling over van het WA-bureau. Het Kifid liet de benadeelde daarop weten dat het voor het klachteninstituut geen zaak meer was, maar dat het dossier mogelijk wel tuchtrechtelijke aanknopingspunten bevatte. Daarop werd de zaak naar de tuchtraad verwezen.

Tuchtraad Financiële Dienstverlening
De tuchtraad oordeelde dat het WA-bureau, in opdracht van Unigarant, verwijtbaar handelde. “Hoewel in de aansprakelijkstelling het kenteken stond vermeld en sprake was van aansprakelijkheid op grond van artikel 185 Wegenverkeerswet, heeft het bureau getalmd met de erkenning van aansprakelijkheid, onder meer door betrokkenheid van een bij aangeslotene verzekerde in twijfel te trekken, hoewel in de gegeven omstandigheden daarvoor juridisch geen ruimte was.”

Geen sanctie
De tuchtraad heeft geconcludeerd dat Unigarant het aanzien van de branche heeft beschadigd, maar legde toch geen sanctie op. “In de procedure bij de tuchtraad heeft aangeslotene erkend dat de schadebehandeling beter had gekund en dat hierover intern gesprekken zijn gevoerd. Aangeslotene is ook voornemens om met het bureau, waaraan in eerste instantie de behandeling van de schade was uitbesteed, in gesprek te gaan. De tuchtraad vertrouwt dat aangeslotene de (voor)genomen maatregelen ook daadwerkelijk zal nemen en acht die dan afdoende. De Tuchtraad ziet daarin aanleiding om af te zien van het opleggen van een maatregel.”

(Bron: AM)