Een Uber-chauffeur heeft geen recht op dekking voor letsel bij een ongeval dat zich voordeed nadat ze een passagier had afgezet, zegt een federaal gerechtshof dat een uitspraak van een lagere rechtbank bevestigt.

In april 2017 accepteerde Bonni Genzer, een chauffeur van Uber uit San Francisco, een passagier en reed zo’n 225 kilometer van Will Rogers World Airport in Oklahoma City naar Woodward Oklahoma. Op de terugreis raakte ze gewond toen een tegemoetkomende vrachtwagen een metalen voorwerp verloor dat door haar voorruit crashte en haar gezicht raakte. De chauffeur van de vrachtwagen reed door en is nooit geïdentificeerd.

James River Insurance Company had twee verzekeringspolissen uitgegeven aan Uber: een ‘100-polis’ die van toepassing is wanneer een Uber-chauffeur passagiers vervoert, en een ‘200-polis’ die van toepassing is wanneer Uber-chauffeurs wachten op aanvragen van passagiers.

Nadat James River de dekking voor het ongeval had geweigerd, spande mevrouw Genzer een rechtszaak aan wegens weigering van dekking door onverzekerde automobilisten onder de 100-polis. De Amerikaanse rechtbank in Oklahoma City gaf de verzekeraar gelijk in een kort geding, wat in hoger beroep werd bevestigd.

Het 100-beleid omvatte een bepaling die dekking toepaste tijdens het reizen “naar de eindbestemming van de passagier, inclusief, maar niet beperkt tot, het afzetten van passagiers”, aldus de uitspraak. “Genzer beweert dat deze definitie vatbaar is voor meerdere interpretaties met betrekking tot het punt waarop de dekking eindigt”, aldus de uitspraak. “Maar de definitie bevat geen dubbelzinnigheid. Het definieert duidelijk de limitatieve dekking van de transportdiensten aan een passagier, die eindigt wanneer de passagier zijn eindbestemming heeft bereikt en het voertuig verlaat met zijn of haar bezittingen”, aldus de uitspraak. “Hoewel we sympathiseren met het ongeluk en de verwondingen van Genzer, wordt deze uitkomst bepaald door de duidelijke bewoordingen van de autoverzekering.”

(Bron: Business Insurance)