Rechtsbijstandverzekeraars verlagen jaar op jaar de vergoeding voor externe advocaatkosten, als procesvertegenwoordiging door een advocaat niet verplicht is. In zes jaar tijd is het gemiddelde maximum bedrag gehalveerd van €20.000 naar €10.000. Bij ruim 70% van de producten is bovendien een eigen bijdrage van tenminste €250 van toepassing. In 2015 was dat nog bij minder dan de helft van de polissen het geval, zo blijkt uit onderzoek door MoneyView.
Van oudsher hebben rechtsbijstandverzekeringen een naturadekking. Juristen in dienst van de uitvoerende instantie van de verzekeraar verlenen rechtshulp, totdat een juridische procedure vertegenwoordiging door een advocaat vereist. Is die advocaat verplicht, dan worden de kosten daarvan wel voor een aanzienlijk deel vergoed. In 2013 maakte het Europese Hof van Justitie met het DAS/Sneller-arrest de weg vrij voor vrije keuze van een advocaat in geval van een procedure waarbij dat
procestechnisch niet verplicht is. De vergoedingen van de daarmee samenhangende kosten worden sindsdien steeds verder ingeperkt.
Recent lijken uitspraken van datzelfde Hof in een Belgische en het Kifid in een Nederlandse zaak het recht op vrije keuze te verruimen naar de fase die kan leiden tot een procedure en niet pas als daar sprake van is. Tegen de uitspraak van het Kifid loopt een hoger beroep. Mocht die beslissing de eerdere uitspraak van het Kifid bevestigen, zijn verdere beknottingen van dekkingen en uitkeringen en premieverhogingen vrijwel zeker, verwacht MoneyView.
(Bron: MoneyView)