Op 14 mei jl. heeft het Europees Hof zich opnieuw uitgelaten over de reikwijdte van de vrije advocaatkeuze voor rechtsbijstandverzekerden. Meer specifiek ziet het arrest van het Europees Hof op de uitleg van artikel 201 van de Europese richtlijn 2009/138/EG, betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf. Deze richtlijn is ook van toepassing in Nederland. U kunt de uitspraak hier nalezen.

De voorgeschiedenis
Reeds in 2012 heeft de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof over het recht op vrije advocaatkeuze door rechtsbijstandverzekerden. De voornaamste vraag was of de rechtsbijstandverzekering mag beslissen wanneer een zaak moet worden uitbesteed en derhalve wanneer de kosten voor een andere advocaat of jurist onder de dekking van de rechtsbijstandverzekering vallen. Het Europees Hof heeft daarop laten weten dat het in strijd is met de Europese richtlijn 87/344/EEG als een rechtsbijstandverzekering beslist dat de kosten voor een andere rechtshulpverlener pas worden vergoed indien de rechtsbijstandverzekering van mening is dat de zaak moeten worden uitbesteed. Daarbij is volgens het Europees Hof niet van belang of rechtsbijstand tijdens de gerechtelijke of administratieve procedure volgens de nationale wet verplicht is. Met andere woorden, het Europees Hof is van mening dat voor rechtsbijstandverzekerden vrije advocaatkeuze geldt zodra er een gerechtelijke of administratieve procedure moet worden gevoerd en dat de kosten van de advocaat of jurist naar keuze moeten worden gedekt door de rechtsbijstandverzekering.

De Hoge Raad heeft naar aanleiding van de overwegingen van het Europees Hof het recht op vrije advocaatkeuze op 21 februari 2014 formeel bevestigd.

Uitspraak 14 mei 2020
De Vlaamse orde van advocaten heeft aanleiding gezien om een aanvullende prejudiciële vraag te stellen aan het Europees Hof. Het Belgische wetboek (Gerechtelijk Wetboek) kent namelijk twee vormen van bemiddeling: buitengerechtelijk bemiddeling en bemiddeling binnen rechte, een procedure. De buitengerechtelijke bemiddeling kan door elke partij voor, tijdens of na een gerechtelijke procedure worden voorgesteld. De rechter heeft derhalve ook tijdens een procedure de mogelijkheid om op eigen initiatief en met toestemming van beide partijen of op verzoek van beide partijen een bemiddeling te bevelen. Het bemiddelingsakkoord – in Nederland betreft dit over het algemeen de vaststellingsovereenkomst – kan ter goedkeuring aan de rechter worden voorgelegd. De Vlaamse orde van advocaten vraagt zich af of voor deze buitengerechtelijke bemiddeling ook vrije advocaatkeuze geldt.

De prejudiciële vraag die aan het Europees Hof is voorgelegd, luidt: “Dient het begrip ,gerechtelijke procedure’ in artikel 201, lid 1, a), van [richtlijn 2009/138] zo te worden uitgelegd dat daaronder de buitengerechtelijke en de gerechtelijke bemiddelingsprocedure, zoals geregeld in de artikelen 1723/1 tot 1737 van het [Gerechtelijk Wetboek], zijn begrepen?

Het Europees Hof overweegt dat de uitlegging van het begrip ‘administratieve procedure’ of het begrip ‘gerechtelijke procedure’ niet kan worden beperkt door een onderscheid te maken tussen de voorbereidende fase en de besluitfase van een dergelijke procedure. De term ‘procedure’ omvat dus niet alleen de fase van het dienen van de zaak voor de rechter, maar ook de fase die daaraan voorafgaat en tot een gerechtelijke fase kan leiden. De vrije advocaatkeuze geldt dus ook voor de fase die tot een gerechtelijke procedure kan leiden.

Wat betekent dit voor de praktijk?
Op basis van de uitspraak van het Europees Hof heeft een rechtsbijstandverzekerde recht op een vrije advocaatkeuze vanaf het moment dat het geschil zich in een fase bevindt die kan leiden tot een gerechtelijke procedure. Daar is natuurlijk al snel sprake van. Binnen de letselschadepraktijk kan nagenoeg ieder geschil leiden tot een gerechtelijke procedure, of het nu gaat om een verkeersongeval of medische fout. Dat zou inhouden dat een rechtsbijstandverzekerde direct na het ontstaan van het geschil bij zijn rechtsbijstandverzekering een beroep kan doen op vrije advocaatkeuze, waardoor de rechtsbijstandverzekerde meteen een gespecialiseerde advocaat kan inschakelen op kosten van de rechtsbijstandverzekeraar.

Conclusie
Wij zijn erg benieuwd hoe de diverse rechtsbijstandverzekeraars gaan reageren op deze uitspraak. Na eerdere uitspraken over de vrije advocaatkeuze hebben de verzekeraars hun polisvoorwaarden aangepast. Of dat nu weer gaat gebeuren, is nog de vraag. Vooralsnog blijft het stil uit de hoek van rechtsbijstandverzekeraars.

(Bron: Jeroen Bosch Advocaten)