Een groeiend aantal gemeenten in Oost-Nederland wil het gebruik van de omstreden onkruidbestrijder glyfosaat – vooral bekend onder de merknaam Roundup –  verbieden op landbouwgrond die zij bezitten. Het gaat om percelen die verpacht worden aan boeren. 

Gemeenten proberen het gebruik van glyfosaat te verminderen omdat volgens hen onder meer ons drinkwater bedreigd wordt door dit gif. Officieel mag het bestrijdingsmiddel, dat mogelijk kankerverwekkend zou zijn, van de Nederlandse overheid wel gewoon gebruikt worden. Akkers die bespoten zijn met glyfosaat zijn te herkennen aan de geel-oranje kleur. Alle groen op zo’n akker verdwijnt. 

Op dit moment heeft slechts een klein aantal gemeenten een glyfosaatverbod als bijzondere bepaling opgenomen in pachtcontracten met boeren. Voorbeeldgemeenten hierin zijn bijvoorbeeld Olst-Wijhe, Doetinchem en Enschede. Boeren die deze percelen gebruiken, moeten daardoor op zoek naar alternatieve bestrijdingsmethoden. Uit een rondvraag van Het Schone Oosten, de onderzoeksredactie van de Stentor, Tubantia en de Gelderlander, blijkt dat veel gemeenten hetzelfde overwegen. Gemeenten zoals Ede, Almelo, Arnhem, Zutphen, Cuijk, Grave, Oude IJsselstreek en Mill en Sint Hubert laten weten dit te overwegen of vanaf volgend jaar toe te passen, bij het aangaan van nieuwe pachtcontracten. 

Glyfosaat  is een omstreden onkruidverdelger. Het middel ligt al jaren onder een vergrootglas, omdat het ziekmakend zou zijn en het oppervlaktewater kan aantasten.   De Centrale Grondkamer in Zwolle, die namens het rijk beroepszaken behandelt over pachtovereenkomsten, besliste dit voorjaar dat zo’n glyfosaatverbod mag worden opgenomen in kortlopende pachtovereenkomsten. Tot dan toe bestond daar onduidelijkheid over. Via pachtconstructies het gebruik van dit bestrijdingsmiddel ontmoedigen is een van de eerste methoden om het spul toch te verbieden. Boerenoranisatie LTO is alles behalve blij met de nieuwe regels. ,,Er is nog steeds geen onomstotelijk bewijs dat het kankerverwekkend is.”

Oranje percelen
De ontwikkeling is land- en tuinbouworganisatie LTO Noord een doorn in het oog. Vakgroepbestuurder Pieter Evenhuis uit Giethoorn, zelf akkerbouwer én glyfosaatgebruiker, stelt dat in de discussie rond glyfosaat ‘emotie overheerst boven de feiten’. ,,Glyfosaat is in Europa toegestaan als bestrijdingsmiddel, er is nog steeds geen onomstotelijk bewijs dat het kankerverwekkend is. Wat ons betreft moet de toelating van dergelijke middelen gebaseerd blijven op de beoordeling van onafhankelijke instituten als de de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid en dus niet op de beoordeling van lokale politiek. Dan speelt emotie te veel een rol.”

Die emotie wordt volgens hem deels gevoed door de percelen die oranje kleuren, een gevolg van het gebruik van glyfosaat. ,,Dat ziet er op het oog niet gezond uit, dat klopt. Maar het gaat dan om velden met groenbemesters, planten die zelf als meststof dienen voor de volgende voedselproductie. Die groenbemesters voorkomen bijvoorbeeld uitspoeling van voedingsstoffen naar het oppervlaktewater en bevorderen de bodemkwaliteit. Het alternatief is mechanisch verwijderen, dat werkt lang niet altijd en is vaak veel minder duurzaam.”

Glyfosaat staat niet alleen in Nederland ter discussie. Uit Amerikaans onderzoek komen aanwijzingen naar voren die een verband tonen tussen blootstelling aan bestrijdingsmiddelen (waaronder glyfosaat) en de kans op gezondheidsschade, zoals de ziekte van Parkinson. De Gezondheidsraad, die vorige maand een advies uitbracht over gewasbeschermingsmiddelen, stelt dat dergelijke chemische bestrijdingsmiddelen minder gebruikt moeten worden, uit voorzorg. Vooral om telers en omwonenden van landbouwpercelen te beschermen. 

Glyfosaat steeds moeilijk uit drinkwater te houden
Glyfosaat is in Europa toegestaan tot de volgende herbeoordeling, die uiterlijk eind 2022 plaatsheeft. Als het aan de Sallandse gemeente Olst-Wijhe ligt, wordt glyfosaat dan van de markt gehaald. ,,Het eind van het gebruik lijkt in zicht. Daar kunnen wij achter staan”, zegt gemeentewoordvoerder Anita ten Broeke. ,,Daar waar wij kunnen, verbieden wij het. Bijvoorbeeld in onze pachtcontracten. Wij zijn aandeelhouder van drinkwaterbedrijf Vitens en glyfosaat is steeds moeilijker uit ons drinkwater te houden. Dat baart ons zorgen.”

Bijna alle gemeenten die hebben gereageerd op de rondvraag verpachten grond aan boeren. Het gaat om tientallen tot honderden hectaren. In veel gevallen gaat het om gronden die bijvoorbeeld zijn gereserveerd voor woningbouw. Onder andere daarom gaan gemeenten kortlopende pachtovereenkomsten aan, die jaarlijks opnieuw worden afgesloten. 

Ook de provincies Gelderland en Overijssel verpachten op deze manier grond. Eerstgenoemde laat via een woordvoerder weten dat in de pachtcontracten is opgenomen dat chemische bestrijdingsmiddelen verboden zijn, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van bijvoorbeeld akkerdistel of brandnetel. De provincie Overijssel heeft niet zo’n bijzondere bepaling in de pachtcontracten. Een motie om tot vermindering van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen te komen sneuvelde eerder dit jaar bij Provinciale Staten.

Als middel tegen exoten
Toch zijn er nog veel gemeenten die glyfosaat zelf gebruiken, blijkt uit de rondvraag. Dat gebeurt bijna altijd in de strijd tegen invasieve exoten, zoals de Amerikaanse vogelkers – ook wel bospest genoemd –  of de Japanse duizendknoop. In bijvoorbeeld Ede is dit het geval, zegt gemeentewoordvoerder Femke Drewes. ,,Als gemeente hebben we de voorkeur om de bestrijding met natuurlijke middelen uit te voeren. Maar voor de Japanse duizendknoop en de Amerikaanse vogelkers is een uitzondering gemaakt. Er is namelijk geen andere effectieve methode voor handen.”

Overheden mogen de middelen niet meer gebruiken op stoepen en straten sinds het ‘Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ eind 2017 in werking trad. Ook de inzet ervan bij de groenvoorziening is sindsdien niet meer toegestaan. 

NVWA
Ook de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) gaat overtredingen met gewasbeschermingsmiddelen door verkopers, boeren en telers harder aanpakken. Het gaat onder meer om het eerder geven van boetes en het onder verscherpt toezicht plaatsen van veelplegers, maakte de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bekend.

De toezichthouder maakte in mei al bekend dat een op de drie boeren en telers die vorig jaar is gecontroleerd zich niet hield aan de regels voor bestrijdingsmiddelen.

De regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zijn de afgelopen jaren steeds strenger geworden. Telers moeten specifieke technieken inzetten om te voorkomen dat bestrijdingsmiddelen bijvoorbeeld in het oppervlaktewater terechtkomen en zo het milieu vervuilen of de gezondheid van mensen en dieren schaden.

(Bron: De Gelderlander)