In het bloed van Nederlandse boeren worden verhoudingsgewijs veel bestrijdingsmiddelen aangetroffen. En huisstof op boerderijen bevat maar liefst 144 soorten landbouwgif. Onderzoekers vrezen voor een grote toename van tal van ziekten op het platteland, waaronder parkinson, kanker en verminderde vruchtbaarheid.

De Nederlandse landbouwgrond is sterk verontreinigd door vervuiling met meststoffen, zoals stikstof en fosfaat, en bestrijdingsmiddelen. De omvang daarvan kwam vorige maand in beeld door tussentijdse resultaten van een Europees onderzoek onder leiding van Wageningen University & Research (WUR). Landbouwgif stapelt zich niet alleen op in de bodem van akkers, maar ook in boerderijen – en in mensen.

In de woningen van Nederlandse boeren troffen onderzoekers in huisstof in totaal 144 verschillende bestrijdingsmiddelen aan. “Dat is in vergelijking met andere Europese landen aan de hoge kant”, zegt hoogleraar bodemfysica Violette Geissen van WUR. “De concentratie bestrijdingsmiddelen in water en de hoeveelheid stoffen in de lucht is in Nederland ook bovengemiddeld.”

Risico’s voor de gezondheid
De gevolgen kunnen groot zijn, vooral voor de boeren zelf. Volgens de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) is van de in huisstof aangetroffen middelen 40 procent “mogelijk of zeker” kankerverwekkend. Verder is 33 procent van de middelen potentieel hormoonverstorend en 63 procent kan de vruchtbaarheid aantasten of leiden tot afwijkingen bij ongeboren kinderen. Die risico’s hangen af van de concentratie en duur van de blootstelling.

Andere gezondheidsrisico’s zijn de ziekte van Parkinson, Alzheimer en de spierziekte ALS. Er is volgens de Gezondheidsraad bovendien te weinig aandacht voor gevolgen bij ongeborenen en ziekten die pas jaren na de blootstelling optreden. Het RIVM wijst nog op een mogelijk verband tussen bestrijdingsmiddelen en leukemie.