Philips kreeg in februari een melding van een sterfgeval die gekoppeld zou kunnen zijn aan de gebrekkige slaapapneu-apparaten van het bedrijf, maar heeft nagelaten onderzoek in te stellen naar de dood van de Nederlandse patiënt. Daarover schrijft NRC. Philips heeft zich hierbij niet gehouden aan de Europese wetgeving voor medische hulpmiddelen, aldus de krant.
In februari 2023 stuurden de nabestaanden van een 65-jarige man een brief aan Philips, waarin ze beschrijven hoe hun naaste is overleden aan de zeldzame longziekte idiopathische longfibrose. Zij koppelen zijn overlijden nadrukkelijk aan zijn jarenlange gebruik van de Dreamstation, het apparaat dat Philips in de zomer van 2021 terugriep omdat het gebruik ervan tot ernstige gezondheidsschade kan leiden.
Philips is verplicht dit soort meldingen te onderzoeken en door te sturen naar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Dat gebeurde niet. Wel kregen de nabestaanden een tussentijdse onderzoeksrapportage toegestuurd, waarin het bedrijf concludeert dat gezondheidsschade bij apneu-patiënten als gevolg van het gebruik van de apparaten onwaarschijnlijk is.
Een woordvoerder van de Inspectie heeft aan NRC laten weten dat de IGJ geen melding heeft ontvangen over een sterfgeval met de Philips Dreamstation, zoals de wet voorschrijft. IGJ: “Als een nabestaande bij een fabrikant een overlijden meldt na gebruik van een hulpmiddel, moet de fabrikant in kwestie dit melden bij de Inspectie. Zelfs bij twijfel over een causaal verband tussen het middel en het overlijden.”
Philips heeft aan NRC laten weten dat het de nabestaanden uitnodigt voor een gesprek.