Via ons voedsel komen we dagelijks in aanraking met resten van gewasbeschermingsmiddelen. Vaak gebeurt dit met resten van verschillende middelen tegelijk. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat twee specifieke groepen gewasbeschermingsmiddelen die op het zenuwstelsel kunnen inwerken geen risico’s voor de gezondheid geven bij de huidige blootstelling.

Bij de ene groep gaat het om stoffen die effect kunnen hebben op het doorgeven van signalen in het zenuwstelsel. De tweede groep bestaat uit stoffen die effecten kunnen hebben op het deel van het zenuwstelsel dat het bewegingsapparaat (onder andere botten, spieren en gewrichten) aanstuurt.

Zeer zorgwekkende stoffen
Uit RIVM-onderzoek blijkt dat in ongeveer 20 procent van de bestrijdingsmiddelen die in Nederland te koop zijn Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zitten. Dit zijn stoffen die schadelijk zijn voor het milieu en onze gezondheid. Zeer Zorgwekkende Stoffen zijn stoffen waarover zorgen bestaan. Bijvoorbeeld omdat ze kankerverwekkend zijn of zich opstapelen in de voedselketen. Er is een lijst van deze stoffen gemaakt. ZZS zijn niet verboden. Nederland én Europa willen wel dat er zo min mogelijk van deze stoffen in onze leefomgeving terecht komen. Voor uitstoot van ZZS in Nederland bestaan regels waar bedrijven zich aan moeten houden. Voor bestrijdingsmiddelen zijn er Europese regels.

Herhaling onderzoek
Het onderzoek was een vervolg op eerder onderzoek van het RIVM. Ook in 2020 was de conclusie dat er geen risico’s zijn voor de gezondheid. Omdat de hoeveelheid stoffen op gewassen kan variëren in de tijd, heeft het ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport )het RIVM gevraagd om het onderzoek te herhalen. Het RIVM heeft dit gedaan met gegevens over de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in of op het voedsel uit 2019-2021. Het nieuwe onderzoek laat zien dat de blootstelling aan combinaties van gewasbeschermingsmiddelen in de loop van de tijd lager is geworden.

Foodwatch komt tot andere conclusie
De conclusies van het RIVM staan haaks op de bevindingen van voedselwaakhond Foodwatch. Die maakt zich namelijk grote zorgen over de bestrijdingsmiddelen die in onder meer niet-biologische vruchten te vinden zijn. Negen van tien geteste vruchten bevatten vorig jaar bestrijdingsmiddelen, telde Foodwatch. “Mandarijnen, sinaasappels, druiven en aardbeien waren het meest vervuild; kiwi’s het minst”, zegt de organisatie over vorig jaar. In 2021 werd er zowel bij appels, sinaasappels als op tafeldruiven een te hoge concentratie van één of meer bestrijdingsmiddelen aangetroffen, aldus Foodwatch.

Opgetreden wordt er volgens Foodwatch niet of nauwelijks, onder meer doordat daarvoor de basis ontbreekt en “aangescherpte gezondheidsnormen niet snel genoeg worden vertaald in nieuwe wettelijke normen”. Foodwatch vindt dat normen voor strengere en snellere handhaving nodig zijn en ook dat alle supermarkten afspraken moeten maken met telers om landbouwgif helemaal uit te bannen.