Vijftig rokers veroorzaken gemiddeld het voortijdig overlijden van één meeroker. Dat blijkt uit een wereldwijde statistische analyse die is gemaakt door een team onder leiding van cardioloog en hoogleraar preventie Leonard Hofstra bij Amsterdam UMC. De resultaten van het onderzoek zijn dinsdag gepubliceerd in het medische vakblad JAMA Network Open.
„Het probleem van gezondheidsschade door meeroken is al heel lang bekend”, zegt Hofstra aan de telefoon. „We weten uit eerder onderzoek dat mensen die blootstaan aan tweedehandsrook een 20 tot 30 procent hoger risico hebben op een hartinfarct of longkanker. Binnen gezinnen van rokers hebben kinderen meer last van astma en komt wiegedood vaker voor.”
We weten dus wel dat het slecht is, zegt Hofstra, „maar het klinkt allemaal nog vrij abstract”. Daarom probeerde hij met zijn medewerkers aan de hand van beschikbare data in de wereld in te schatten wat de impact is per roker. Wereldwijd zijn er ongeveer een miljard rokers, waarvan er zeven miljoen per jaar voortijdig overlijden. Daarnaast overlijdt er in de wereld jaarlijks een kleine miljoen mensen aan de gevolgen van passief meeroken.
Schrikken
Hofstra rekent voor: „Tussen het aantal rokers en het aantal meerokers dat jaarlijks overlijdt zit een factor duizend. Er vanuit gaande dat een roker gemiddeld 25 jaar lang rookt, kun je concreet uitrekenen hoeveel rokers bij elkaar de dood van één meeroker veroorzaken; dat is een aantal van veertig tot vijftig.”
Hofstra hoopt dat mensen schrikken van dit getal: „Rokers worden nu vaak gezien als slachtoffers van hun eigen verslaving of als slachtoffers van de marketing door de tabaksindustrie. Hoewel dat natuurlijk waar is, denk ik dat het ook belangrijk is je te realiseren dat de roker ook een dader is. Door zijn of haar toedoen overlijden mensen.”
Niemand, ook rokers niet, wil de dood van een ander op hun geweten hebben, zegt Hofstra. Uit een kleine online enquête uitgevoerd onder leiding van gedragswetenschapper Dan Ariely van Duke University bleek dat tweederde van de deelnemers het überhaupt onacceptabel vond de gezondheid van anderen te schaden.
Wanneer duidelijk is dat rokers ook daders zijn, wordt het makkelijker regelgeving te maken. Hofstra: „In Nederland mag een ouder nog roken in een auto waarin ook kinderen zitten, in Vlaanderen staat daar 950 euro boete op. In Nederland loopt de wetgeving enorm achter. Staatssecretaris Paul Blokhuis is met de invoering van het Preventieakkoord onze grootste bondgenoot, maar hij zit nog met een erfenis van zijn voorgangers die minder streng waren.”
Rookverbod
Overigens is het effect van de invoering van het rookverbod in openbare gelegenheden dat is doorgevoerd in verschillende landen ook te zien in de mondiale cijfers. „Rond 1990 veroorzaakten 30 rokers al de dood van één meeroker, voor 2016 kwam dat al uit op 52. Er zijn ook grote regionale verschillen. In de VS, waar de niet-roker een betere bescherming geniet, komt het getal uit op negentig rokers die het overlijden van een meeroker veroorzaken. In Zuidoost-Azië komt het uit op rond de veertig rokers. Daar speelt mee dat in landen als Maleisië en Bangladesh naar schatting 40 procent van de kinderen meerookt.”
In Nederland zijn ongeveer drie miljoen rokers en overlijden er jaarlijks tweeduizend tot drieduizend mensen aan de gevolgen van passief roken. Hofstra: „Met onze zelfde rekensom kom je er dan op uit dat 45 tot 65 rokers samen één meeroker de dood injagen.”
(Bron: NRC)