Alleen calamiteitenrapporten van zorgaanbieders of vakgroepen met minstens 25 medewerkers moeten worden geopenbaard. Daarvoor pleit de KNMG in reactie op plannen om calamiteitenrapporten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voortaan allemaal te openbaren. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en InEen willen dat er per rapport afzonderlijk een afweging over openbaren wordt gemaakt.

Belanghebbenden konden tot afgelopen week reageren op het voornemen van het kabinet om calamiteitenrapporten van de inspectie te openbaren. Dat gebeurt nu, uitzonderingen daargelaten, nog niet automatisch. Dat wil het kabinet veranderen, om mensen meer inzicht te geven in inspectieresultaten en in de hoop dat zorgaanbieders zo kunnen leren van calamiteiten bij anderen.

Het ministerie van VWS bracht het ontwerp-Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet in consulatie, dat dit wettelijk moet regelen. In het besluit staat dat de identiteit van een bij een calamiteit betrokken hulpverlener niet wordt geopenbaard. Wel zal de naam van de zorgaanbieder openbaar worden gemaakt. Maar dat laatste gebeurt ook weer niet als er bij de zorgaanbieder (of een locatie ervan) of bij een vakgroep tien of minder mensen werken, want anders zou de identiteit van een betrokken hulpverlener te eenvoudig te herleiden zijn.

De KNMG plaatst vraagtekens bij het besluit en vraagt zich af of het bijdraagt aan een cultuur van veilig melden, zo heeft de organisatie laten weten in een reactie binnen de consultatie. De KNMG vindt de ondergrens van tien zorgverleners voor de uitzonderingen op openbaarmaking in ieder geval te laag. Dat aantal wordt al snel bereikt door het grote aantal ondersteunende medewerkers met deeltijdcontracten, aldus de artsenorganisatie, die pleit voor een ondergrens van 25. Daarnaast wil de KNMG dat in het besluit meer algemeen wordt opgenomen dat alle rapporten, die door hun inhoud zijn te herleiden tot individuele zorgverleners, niet worden geopenbaard. Ook ziet de organisatie het liefst dat er onder zonder de naam van betrokken instelling wordt gepubliceerd.

De LHV en InEen vinden dat alleen rapporten moeten worden gepubliceerd als na een afweging per rapport is gebleken dat publiceren in het belang is van de individuele gezondheidszorg, of als ‘het “publiek” er echt lering uit kan trekken’. Ook zij vinden een ondergrens van 25 medewerkers meer geschikt dan een grens van tien.

De IGJ stelt jaarlijks circa honderd calamiteitenrapporten op. Andere verplichte meldingen, over geweld in een zorgrelatie of over het eindigen van overeenkomsten wegens disfunctioneren zullen niet standaard worden geopenbaard.

(Bron: Medisch Contact)