Blog Beer advocaten

Medische aansprakelijkheidszaken zijn lastig en duren daarom vaak lang. In de bijna dertig jaar dat ik aan Beer advocaten verbonden ben, heb ik er vele behandeld. Daarbij is het eerste advies aan mijn cliënten om een lange adem te hebben, want doorgaans trekt degene die dat heeft ook aan het langste eind.   

Letselschade na medische ingreep
Helaas gold dit niet voor een cliënte van net negentien jaar oud die met een verdachte plek in haar kaak in 2009 bij de oncologische chirurg terecht kwam. Hij twijfelde aan de diagnose: betrof het een aandoening die geen behandeling behoefde of zou het die tumor zijn die het verwijderen van de halve bovenkaak vereiste? Hij ging te rade bij een gerenommeerde commissie die in dit soort gevallen de behandelend arts van advies voorziet. Deze commissie liet hem weten dat de radiologische uitslag weliswaar duidde op de goedaardige variant, doch dat tot verwijdering (resectie) werd geadviseerd, omdat de pathologische uitslag zou kunnen passen bij de kwaadaardige variant. Aldus geschiedde en mijn cliënte loopt nu rond met een zogenoemde ‘klosprothese’ in de bovenkaak.

Na de operatie werd het materiaal dat was verwijderd opnieuw aan deze commissie voorgelegd. Ditmaal zaten de radiologen en pathologen op één lijn: het bleek toch om de goedaardige aandoening te gaan. Dit betekent dat mijn cliënte gedurende ruim zestig jaar ten onrechte met een gedeeltelijke kaakprothese moet rondlopen. Zonder prothese kan zij niet praten, eten en drinken en de prothese vergt dagelijks het nodige onderhoud.

Schadevergoeding
Cliënte wilde graag de letselschade die zij lijdt als gevolg van de onterechte, gedeeltelijke verwijdering van de bovenkaak vergoed krijgen. De chirurg stelde in reactie daarop dat hij mocht afgaan op het advies van de commissie. De commissie was op haar beurt van mening dat haar geen blaam trof en dat de chirurg een eigen verantwoordelijkheid heeft, ook wanneer hij een advies van de commissie ontvangt. Het kastje en de muur.

Medisch deskundigenonderzoek
Cliënte moest haar vordering tot schadevergoeding voorleggen aan de rechter. Helaas werd het standpunt van de oncologische chirurg onderschreven door de door de rechtbank ingeschakelde medisch deskundige. Dan is het lastig om in rechte nog gelijk te krijgen. Omdat de commissie geen notulen had opgemaakt van de vergadering waarin tot het advies was gekomen, kon de deskundige zich geen beeld vormen over de vraag waarom tot het advies resectie was gekomen. Namens cliënte werd in rechte gesteld dat het fout was geweest om tot resectie te adviseren gezien alle omstandigheden, waaronder het feit dat de radiologische diagnose veel zekerder was dan de pathologische diagnose, de nogal uiteenlopende behandelingen, de leeftijd van cliënte en het feit dat ook de kwaadaardige variant niet met de grootste spoed behandeld behoefde te worden en nader onderzoek mogelijk was. De commissie meende dat zij zich aan haar eigen richtlijn had gehouden, die sec inhoudt dat de pathologische diagnose de voorkeur geniet. De rechtbank is hierin meegegaan, in die zin dat zij het juist heeft gevonden dat de commissie zich aan deze richtlijn heeft gehouden. De uitspraak is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Slot
Het bestaan van dit soort adviescommissies is belangrijk, want het is uiteraard fijn om in lastige gevallen een second opinion te kunnen verkrijgen van bekwame medisch specialisten. Duidelijk is echter dat adviezen van dergelijke commissies de juridische positie van de patiënt kunnen ondergraven, zeker zolang niet gedocumenteerd wordt en dat kennelijk ook niet hoeft, hoe een advies tot stand is gekomen.

mr. Mirella Hartman, Beer advocaten