Een op de vijf mensen die de afgelopen twee jaar een ziekenhuis bezochten, maakte mee dat er (bijna) iets mis ging. Dit gebeurde vooral bij het stellen van een diagnose en het verstrekken van medicijnen. Dat blijkt uit onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland onder bijna achtduizend mensen.

Van de ziekenhuisbezoekers bij wie echt iets misging, had 22% tijdelijk lichamelijk letsel. 19% zegt psychisch letsel zoals angst of depressieve klachten te hebben gekregen. 16% van de mensen bij wie het misging hebben blijvend lichamelijk letsel overgehouden. Van de ziekenhuisbezoekers bij wie iets bijna misging, heeft een derde hiervan alleen ongemak ervaren. 15% heeft er geen last van gehad.

Het (bijna) misgaan komt vooral door gebrekkige communicatie tussen zorgverleners en met de patiënt. Van de mensen bij wie iets misging, vindt 63% dat de zorgverlener dit had kunnen voorkomen. In het geval dat er bijna iets misging, is dit percentage lager: 49% geeft aan dat de zorgverlener het had kunnen voorkomen. 37% van de mensen bij wie iets bijna misging, zegt dat zij dat hadden kunnen voorkomen. Bij mensen waar iets echt misging is dit 18%.

Fouten voorkomen
Het ziekenhuis of de kliniek deed niet altijd iets als het (bijna) misging. Als er iets mis ging werd dat in 26% van de gevallen toegegeven. Bij de groep bij wie het bijna misging was dat 13%. Waar er iets bijna misging, is er vaker actie ondernomen om herhaling te voorkomen (11%) vergeleken met gevallen waar er iets echt misging (9%). Maar in een kwart van de gevallen waarin het echt misging is geen actie ondernomen.

Patiënten deden vaak niets als er iets niet goed ging. 48% van de groep bij wie er iets bijna mis ging, ondernam niets. Een kwart vroeg een gesprek met de zorgverlener aan. 13% diende een klacht of schadeclaim in nadat er iets was mis gegaan.

Leren van fouten
Directeur Dianda Veldman van Patiëntenfederatie Nederland zegt dat elke fout er een teveel is, maar dat ook veel goed gaat in de ziekenhuizen. “Mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat ze in veilige handen zijn in het ziekenhuis. Daarom is het goed dat we weten welke fouten er worden gemaakt. Daar kunnen we met elkaar van leren.” Ze roept patiënten op altijd met de dokter of het ziekenhuis in gesprek te gaan als het (bijna) misging. “Het gaat er niet om dat we mensen in het verdomhoekje zetten, maar dat we leren van fouten. Alleen zo maken we de ziekenhuiszorg die in het algemeen goed is, nog beter.”

Deelnemers aan het onderzoek willen ook dat zorgverleners aangeven als iets fout is gegaan: “Als er iets fout gaat, geef het ook toe. Ook als iets niet bekend is, ook toegeven. De arts (…) gaf duidelijk aan dat ze mijn ziektebeeld niet kende maar dat ze zich zou inlezen, dat heeft ze ook gedaan en ook hulp gevraagd. Dit gaf mij een heel veilig gevoel.”

83% van de deelnemers vindt overigens dat ziekenhuizen hun best doen om fouten te voorkomen. 85% geeft aan dat patiënten zelf ook op moeten letten dat er geen fouten worden gemaakt.

De Patiëntenfederatie concludeert dat de aandacht voor patiëntveiligheid toeneemt, maar dat de communicatie tussen zorgverleners en met patiënten beter kan. Bovendien vinden patiënten het veilig als de zorgverlener de medische achtergrond van de patiënt kent, wat niet altijd het geval is.

(Bron: Patiëntenfederatie Nederland)