Het plotselinge faillissement van het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis heeft geleid tot onveilige situaties. Dat er geen ongelukken zijn gebeurd, is te danken aan de zorgverleners in het ziekenhuis. De chaos heeft het vertrouwen in de zorg geschaad. Dat is een risico voor de kwaliteit van de zorg.

Deze snoeiharde conclusies trekt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in haar rapport Gevolgen faillissement MC Slotervaart vooraf onderschat. Het Slotervaartziekenhuis ging op 25 oktober 2018 failliet, twee dagen nadat uitstel van betaling was verleend.

Het rapport levert de eerste munitie voor een Kamerdebat waarin minister Bruno Bruins voor Medische Zorg verantwoording moet afleggen over het faillissement en de afwikkeling daarvan. Bij eerdere debatten werd al twee keer een motie van wantrouwen tegen Bruins ingediend die alleen steun kregen van een deel van de oppositie. 

Er volgen binnenkort nog rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, van de curatoren, van de toezichthouder NZA en IGJ samen over het bestuur van het ziekenhuis en een rapport van een onderzoekscommissie die het ministerie zelf heeft ingesteld.

Vertraging en verstoring
De Inspectie onderzocht de gevolgen voor de zorg en de patiëntveiligheid. ‘Het heeft’, schrijft de IGJ, ‘ lang geduurd voordat patiënten, zorgverleners binnen MC Slotervaart en andere betrokken zorgaanbieders duidelijkheid hadden over belangrijke aspecten van de overdracht van zorg. Hierdoor zijn risico’s voor de continuïteit van individuele patiëntenzorg ontstaan, die hebben geleid tot vertraging en verstoring van zorgprocessen.’

Het was volgens de inspectie ‘onvoldoende mogelijk om afspraken te maken over het overdragen en overnemen van zorg en patiënteninformatie was niet altijd beschikbaar bij de overdracht van zorg’. Andere ziekenhuizen in de omgeving hadden zich niet kunnen voorbereiden op het overnemen van zorg. ‘Hierdoor zijn grote risico’s voor patiëntveiligheid ontstaan. Dat dit niet tot meer schade heeft geleid is te danken aan de inzet, deskundigheid en flexibiliteit van betrokken zorgverleners’, schrijft de IGJ.

Maar de chaos heeft niet tot ongelukken geleid. ‘De inspectie heeft niet vastgesteld dat het faillissement van MC Slotervaart heeft bijgedragen aan ernstig letsel of overlijden van patiënten. ‘Wel is er sprake geweest van risicovolle situaties met risico’s voor kwaliteit en voor continuïteit van individuele patiëntenzorg. Patiënten hebben wel hinder ondervonden van de gang van zaken na het faillissement.’

Onrust en onduidelijkheid
In de eerste weken na het faillissement waren de voorwaarden voor ‘goede en veilige zorg niet aanwezig’, concludeert de inspectie. ‘Dat komt doordat het ziekenhuis en andere betrokkenen zoals huisartsen en de omliggende ziekenhuizen geen tijd hebben gehad en ook niet voldoende geïnformeerd waren om zich voor te bereiden op het afbouwen en overdragen van de patiëntenzorg. Dat heeft geleid tot onveilige situaties en onnodig veel onrust en onduidelijkheid.’

Dat er geen ongelukken zijn gebeurd is volgens de inspectie te danken aan de inzet van de zorgverleners van het Slotervaartziekenhuis. ‘Dat hoort bij de verantwoordelijkheid van een zorgverlener – maar in een periode waarin zij zelf ook hun eigen verdriet en verlies meemaakten en onzeker waren over de toekomst, was dit toch niet vanzelfsprekend. Zorgverleners moesten meewerken aan het overdragen van zorg en voor sommigen van hen was dit extra wrang, omdat zij lange tijd bleven hopen op een doorstart of overname van het ziekenhuis.’

(Bron: Volkskrant)