Een vrouw wordt eind 2021 door haar orthodontist verwezen naar de kaakchirurg voor het plaatsen van vier enkelvoudige botschroefjes voor het verankeren van haar beugel. De chirurg plaatst drie van de vier botschroefjes echter niet op de juiste positie. De chirurg biedt de patiënte excuses aan voor zijn vergissing en voert begin 2022 kosteloos een herstelbehandeling uit. Desalniettemin dient de patiënte een klacht in tegen de chirurg.
Een patiënte verwijt de kaakchirurg dat hij een medische fout heeft gemaakt door de botschroefjes op de verkeerde plaats te plaatsen. Dit resulteerde voor haar in een herhaalde behandeling en tweemaal pijn en ongemak.
De kaakchirurg heeft erkend dat de klacht gegrond is, aangezien hij drie van de vier botschroefjes niet correct heeft geplaatst.
Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) oordeelt dat, hoewel de fout is erkend, er geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Allereerst nam de kaakchirurg onmiddellijk verantwoordelijkheid door direct contact op te nemen met klaagster zodra hij op de hoogte was van de fout. Hij bood meteen een kosteloze herstelbehandeling aan, die naar oordeel van het RTG snel en efficiënt werd uitgevoerd. Bovendien betuigde de kaakchirurg oprechte spijt en bood klaagster persoonlijk zijn excuses aan. Het RTG legt de kaakchirurg dan ook geen maatregel op.
Het RTG ziet geen reden om een tuchtrechtelijke maatregel op te leggen aan de kaakchirurg, gezien zijn directe erkenning van de fout, excuses en pogingen tot herstel, alsook de beperkte ernst en gevolgen van zijn handelen voor de klaagster. Het RTG past hier artikel 69, vierde lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg toe.