Een patiënt is voor zorg meestal afhankelijk van een zorgverlener, zoals een arts. Diens zorg en de continuïteit daarvan kunnen van levensbelang zijn. Maar dit betekent niet dat een arts alles hoeft te accepteren. Het is het daarom bij hoge uitzondering mogelijk om een behandelingsovereenkomst niet aan te gaan of te beëindigen.

In de vernieuwde versie van de KNMG-richtlijn Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst is beschreven in welke gevallen dat mogelijk is en welke zorgvuldigheidseisen dan gelden. De richtlijn biedt een praktische uitwerking van de relevante wetgeving en recente rechterlijke uitspraken over dit thema.

Vernieuwde richtlijn
De KNMG-richtlijn Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst uit 2005 is geactualiseerd op basis van jurisprudentie. Ook door gebruik van meer voorbeelden uit de praktijk van artsen, is de richtlijn prettiger leesbaar en nog beter toepasbaar geworden. 

De richtlijn gaat in op de volgende onderwerpen:

  • hoe een behandelingsovereenkomst tot stand komt;
  • welke ‘gewichtige redenen’ kunnen gelden om een behandelingsovereenkomst niet aan te gaan of te beëindigen;
  • welke zorgvuldigheidseisen gelden in geval van niet-aangaan of beëindiging van een behandelingsovereenkomst;
  • wat de verantwoordelijkheid als arts is als de zorginstelling waarin hij/zij werkt de behandelingsovereenkomst opzegt, of als de patiënt dat zelf doet.

(Bron: KNMG)