Het is nog onrustig bij de maatschap kaakchirurgie in het Medisch Spectrum Twente (MST). Het ziekenhuis meldt na een gemiste diagnose nu nog drie andere mogelijke medische calamiteiten bij de inspectie. 

Teken van de onrust: een paar weken geleden is een arts op staande voet ontslagen. En meerdere specialisten uit de maatschap hebben op hun thuisadres per post anonieme kaartjes ontvangen die intimiderend opgevat kunnen worden. Eén arts is met die kaartjes naar de politie gestapt. Er staan teksten op als: Karma is a bitch. Ze suggereren dat de artsen nog wel een keer hun trekken thuis krijgen. Omdat er geen concrete bedreigingen op de kaartje staan, zegt de politie geen nader onderzoek te doen. De artsen vermoeden dat ze afkomstig zijn van een rancuneuze (ex-)collega.

De kaarten verwijzen naar eerdere problemen. De artsen van de maatschap Kaakchirurgie Oost Nederland lagen tussen 2017 ten 2019 flink met elkaar overhoop over beleid en geld. Het kwaliteitsbeleid – het kritische evalueren van elkaars werk – schoot  ook ernstig te kort.  Sommigen artsen wilden niet meer met bepaalde collega’s werken. ‘Er is sprake van een onvoldoende veilig samenwerkingsklimaat, door gebrek aan harmonie, autoritair leiderschap en verdeeldheid over de koers’, zo bleek toen uit een intern onderzoek.

Het MST heeft daarop hard ingegrepen en orde op zaken gesteld. Meerdere artsen hebben of gaan de vakgroep verlaten. Deels min of meer gedwongen. Er wordt alles aan gedaan om er een nieuwe goed samenwerkende club over te houden.

Trumpiaans leidinggeven
De arts-directeur van de maatschap is door het MST eerder dit jaar als leidinggevende vervangen. Als arts staat hij als zeer kundig te boek, maar zijn Trumpiaanse manier van leidinggeven, gaf te veel verdeeldheid. Volgende maand vertrekt hij ‘in goed overleg’ – aldus het MST – helemaal.

De maatschap  wordt ontbonden en opnieuw opgezet. “Er zijn inmiddels drie nieuwe jonge enthousiaste kaakchirurgen toegetreden tot de vakgroep.” Hun komst wordt door de vakgroep toegejuicht.

Volgens het MST zijn er dit jaar zodoende flink stappen vooruit gezet naar een veilig werkklimaat, betere sfeer en beter kwaliteitsbeleid. Het melden van deze drie mogelijk medische missers zijn daar juist een gevolg van. Het gebeurde mede op initiatief van de artsen die in de maatschap blijven, wordt gezegd. Inhoudelijk wordt erover deze medische dossiers geen mededelingen gedaan. De uitkomst van het onderzoek ‘wordt besproken met de desbetreffende patiënt of de nabestaanden’, aldus het MST.

“De kwaliteit van zorg is daardoor niet in het geding geweest. De Raad van Bestuur en het Medisch Stafbestuur hebben geen aanwijzingen voor structurele tekortkomingen in de kwaliteit van zorg.” De inspectie geeft geen commentaar en wacht de rapportages van het MST af.

Ontslag op staande voet
Dat de problemen nog een schaduw werpen over de situatie binnen de maatschap Kaakchirurgie Oost Nederland is duidelijk. Het op staande voet ontslag van de dit jaar aangenomen waarnemend chirurg is er een voorbeeld van. Die zou achter de rug om van collega’s in dossiers hebben geneusd, mogelijk op zoek naar gemaakte fouten. Meerdere artsen vermoeden dat hij dit deed op verzoek van een rancuneuze (ex-)collega. Hij zou zeker tien dossiers hebben gelicht.

Deze arts was nog maar een klein jaar daar werkzaam en zou ook kans maken om tot de maatschap toe te treden. Meerdere bronnen zeggen dat zijn benoeming bij sommigen in de vakgroep omstreden was. Zij vonden hem niet goed genoeg, wordt gezegd. De arts-directeur van de maatschap zou hem op eigen houtje hebben aangenomen, wat nog meer irritatie opriep.

Maar dat wordt ook tegengesproken. “Pas toen hij mogelijke problemen bij de oncologische zorg aan de kaak wilde stellen, is hij op staande voet ontslagen. Hij is toen onterecht zwart gemaakt.” Zelf wil de waarnemer niet reageren. Het MST zegt alleen over het ontslag dat ‘de samenwerking vanwege een verschil van inzicht voortijdig is beëindigd’.

Intimiderende kaartjes
De kwestie gaf wel nieuwe onrust. Net als de intimiderende kaartjes. De Raad van Bestuur  van het MST is ervan op de hoogte. Ze noemt ‘het sturen daarvan geen goede manier om met elkaar te communiceren’. Ze houdt de vinger aan de pols: “Iedereen die een onveilige werksfeer ervaart, kan zich melden bij de vertrouwenspersoon, bij de RvB of bij het Medisch Stafbestuur.”

Daar draait het uiteindelijk om. Een slechte werksfeer kan gevolgen hebben voor de patiëntveiligheid. De inspectie ervaart dat doorgaans als een risico. Artsen voelen zich dan niet vrij in het overleg met collega’s, of om te praten over zaken die misschien misgaan. Dat leidde in het verleden in andere ziekenhuizen tot grote missers. Maar daarvan is volgens het MST hier geen sprake. “De Inspectie is bijgepraat over de situatie.” De Inspectie zegt ook geen aanwijzingen te hebben dat er structureel iets mis is, maar wacht verder de rapportages van het MST af.

Twee weken geleden is  besloten dat de interim nog een jaar blijft, zodat hij het opzetten van een nieuwe maatschap met in totaal circa 40 werknemers kan afronden. Het MST neemt die kosten voor haar rekening.

Diagnose kanker gemist
Het onderzoek naar de drie mogelijke calamiteiten kan enige maanden duren. Recent werd al een gemiste diagnose van speekselklierkanker uit 2016 bij de inspectie gemeld. Deze patiënt is nu ongeneeslijk ziek. Aanvankelijk werd dat niet als een mogelijke calamiteit gezien. Inmiddels is de aansprakelijkheid hiervoor erkend en een schadevergoeding uitgekeerd. De diagnose werd gemist door een arts, die inmiddels niet meer in het MST werkzaam is.

Deze arts was ook één van de maten die voor onrust zorgde. Door een deel van zijn collega’s werd hij als een cowboy en solist bestempeld en op bepaalde terreinen onvoldoende deskundig. Die harde kritiek was eerder reden voor intern onderzoek door de medische staf. Dat onderzoek wees niet uit dat de kritiek terecht was.

De maatschap Kaakchirurgie Oost Nederland gaat niet reageren. De woordvoering ligt bij het ziekenhuis, zo is afgesproken. In een verklaring staat: ‘De maatschap en het ziekenhuis betreuren dat berichtgeving in de media kan bijdragen aan gevoelens van onrust bij patiënten. Het ziekenhuis en de maatschap staan open voor vragen en opmerkingen die deze berichtgeving bij hen oproept. Met nadruk willen we hen meegeven dat de verwikkelingen geen weerslag hebben gehad op de kwaliteit van zorg.’

(Bron: Tubantia)