Ggz-instellingen moeten zich harder inspannen om de isoleercel naar het museum te verbannen, vinden patiëntenverenigingen. Nu verschuilen ze zich achter personeelstekorten.
Ggz-instellingen mogen personeelstekorten of andere ‘bureaucratische rompslomp’ niet als excuus gebruiken om patiënten te isoleren. Dat zeggen teleurgestelde patiëntenverenigingen na de publicaties in Trouw vorige week over de mislukte ambitie om patiënten in 2020 niet meer op te sluiten in een separeer, omdat dit traumatisch kan zijn.
“Er zijn personeelstekorten, daar kunnen we niet omheen”, zegt Lotte Frans, beleidsadviseur bij Mind, de vereniging die opkomt voor mensen met psychische klachten. “Maar de patiënt mag hier niet de dupe van worden.” Daar is Frans wel bang voor, nu ze leest dat een kwart van de instellingen méér is gaan separeren dan vijf jaar geleden.
“In de hele ggz zijn tekorten, maar er zijn afdelingen waar het wél lukt om nauwelijks nog te separeren. Dus instellingen kunnen dat niet als reden gebruiken. Het is heel erg als mensen die zich zo kwetsbaar en machteloos voelen, achter een gesloten deur worden geplaatst en alleen worden gelaten”, aldus Frans.
Naar het museum
Ook Ypsilon, de vereniging voor naasten van patiënten is kritisch. Zij wijst erop dat, toen instellingen in 2015 afspraken om de isoleercel in 2020 naar het museum te verbannen, zij ook toezegden “zich niet te verschuilen achter bezuinigingen en bureaucratische rompslomp”, aldus een verklaring op de website.
Dat er nu geld gaat naar zorgbeveiligers die de orde bewaken in klinieken, vindt een woordvoerder onbegrijpelijk. “Dat geld kun je ook inzetten om meer mensen op te leiden tot sociaal-psychiatrisch verpleegkundige.” Ypsilon wil met instellingen in gesprek over een manier waarop de doelen toch kunnen worden gehaald.
Ook Mind vindt dat instellingen ondanks de ‘barre omstandigheden’ in de ggz, toch de ambitie om de isoleercel te sluiten moeten vasthouden. Frans: “De eerste stap is dat alle traditionele isoleercellen worden vervangen door humanere ruimtes, zoals bij veel instellingen al wel het geval is.”
Geen goede cijfers
Ook pleit zij voor meer transparantie over separatiecijfers. “Het is kwalijk dat er wel de ambitie is om de isoleercel te sluiten, maar dat de afgelopen jaren geen goede cijfers beschikbaar zijn of onderzoeken uitgevoerd. Waar gaat het goed en waar niet? En wat draagt daaraan bij? Dat is informatie die nodig is.”
Instellingen komen zelf met het argument dat een ‘superuitdagende’ groep patiënten het stoppen met isoleren onmogelijk maakt. Frans wil daar ook cijfers over zien. Eerder wees onderzoeker Yolande Voskes van het VU medisch centrum er al op dat er weinig bekend is over deze groep die wordt gekenmerkt door een combinatie van drugs, agressie en psychose.
Frans begrijpt dat instellingen in een lastig parket zitten, maar ze krijgt nog altijd signalen dat patiënten in een isoleercel worden gezet omdat ze ‘lastig’ zijn of ‘anders’, in plaats van dat ze een gevaar vormen voor zichzelf of de omgeving – het criterium om te mogen separeren. “Zolang we die telefoontjes krijgen, is er echt nog werk aan de winkel.”
(Trouw)