De veiligheid van patiënten stond en staat onder druk bij Huisartsenposten Amsterdam (HpA) door lange wachttijden, hoge werkdruk en groot personeelsverloop. De sfeer op de werkvloer is onveilig door onrust over reorganisatieplannen, veel geroddel en gebrek aan aanspreekcultuur.
Dat stelt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in het deze maandag gepubliceerde rapport over de situatie die ze vorig jaar aantrof bij de HpA.
Vorige week bleek dat de inspectie de Huisartsenposten Amsterdam voor drie maanden onder verscherpt toezicht stelt, nadat er al sinds september vorig jaar overleg was over volgens de IGJ noodzakelijke verbeteringen, zo meldt het rapport.
Dit gebeurde nadat de inspectie over een periode van ruim een jaar acht meldingen had ontvangen over de HpA, over te lange wachttijden voor bellers door een tekort aan triagisten, voortdurende hoge werkdruk, onrust op de werkvloer door een voorgenomen reorganisatie, vertrek van ervaren personeel, een heersende angstcultuur en een gebrekkige aansturing door management en bestuur. Ook kwam er een melding binnen over receptenfraude en opiatendiefstal (die na onderzoek bleek te gaan om medewerkers die voor zichzelf of naasten schoonheidscrèmes, vitamines, anticonceptie en antibiotica voorschreven).
De HpA stelde wel een verbeterplan op, maar dat leidde in de eerste helft van dit jaar niet tot voldoende verbetering, aldus de IGJ. Want er is volgens de IGJ nog altijd sprake van te lange wachttijden voor patiënten. Zo worden er onvoldoende spoed- maar ook niet-spoedtelefoontjes binnen de normtijd beantwoord. Verder is er nog steeds een te hoge werkdruk voor triagisten. De HpA slaagde er niet in om het aantal laagurgente vragen dat binnenkwam op de posten in te perken, de gespreksduur van triagisten te verkorten en voldoende fte’s aan te trekken.
Ook is het ziekteverzuim op de posten hoog gebleven. Verder heerste er nog steeds een onveilige cultuur; medewerkers gaven aan de inspectie aan dat zij bang waren te worden ontslagen als zij met de IGJ zouden spreken. Daarnaast vindt de inspectie de aansturing door bestuur en management nog onvoldoende; medewerkers spreken over onvoldoende aansluiting met de werkvloer. De inspectie meent dat het HpA-bestuur en -personeel de neiging heeft om de oorzaak van problemen te veel buiten de invloed van de HpA te zoeken, zoals wijzen op mondige Amsterdammers die te veel bellen.
De IGJ heeft zeven verbeterpunten opgesteld die de HpA binnen drie maanden op orde moet hebben, zoals voldoen aan normen voor telefonische bereikbaarheid. Ook moet het medicatiebeheer op alle posten beter worden geregeld, en moet er een plan liggen om de werkcultuur te verbeteren. De omschrijving van taken en verantwoordelijkheden van bijvoorbeeld bestuurders, medisch managers en postmanagers moet op papier worden gezet. Ook verwacht de inspectie duidelijkheid over hoe HpA de triage gaat verbeteren.
De HpA kwam deze zomer in het nieuws omdat het door een tekort aan huisartsen één van de twee nachtposten enkele weken sloot. HpA-directeur Paul Rijksen stapte half augustus op. De inspectie meldt twijfels te hebben over zijn vermogen om ‘te sturen op de kwaliteit van de zorg’. Zijn taak wordt op dit moment waargenomen door interim-bestuurder Gerben Welling.