Bij het toedienen van high-risk medicatie in het ziekenhuis blijkt de tweede controle door een collega-verpleegkundige niet altijd haalbaar te zijn. Dit terwijl deze controle als essentieel gezien wordt om medicatiefouten te voorkomen. Een tweede verpleegkundige controleert of de juiste medicatie, in de juiste dosis, via de juiste weg en op het juiste moment aan de juiste patiënt wordt toegediend. Personeelstekorten en optredende verstoringen in het proces van medicatietoediening blijken ten grondslag te liggen aan de variatie die in de dagelijkse praktijk ontstaat. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel en het Amsterdam Public Health (APH) research institute.

Bij het toedienen van high-risk medicatie voeren verpleegkundigen een risicoanalyse uit om de veiligheid van het toedienproces te waarborgen. Hierbij worden verschillende factoren afgewogen, zoals de bekendheid met de medicatie en de stabiliteit van de patiënt. Door ziekenhuisprotocollen en de praktijk met elkaar te vergelijken, hebben we onderzocht welke stappen in het toedienproces uitvoerbaar zijn in de dagelijkse praktijk en bij welke stappen verpleegkundigen tegen knelpunten aanlopen en regelmatig moeten afwijken van het protocol.

Verpleegkundigen voeren de meeste stappen van medicatietoediening probleemloos uit
Voor de meeste stappen in het proces van toediening van high-risk medicatie geldt dat verpleegkundigen het belang ervan inzien – namelijk het borgen van patiëntveiligheid – en dat zij de stappen probleemloos uitvoeren. Zo controleren zij de medicatieopdracht aan het begin van het proces en identificeren ze de patiënt voordat ze de medicatie toedienen.

Afwijken van het protocol is soms noodzakelijk voor veilige zorg
De dubbele controlestappen in het proces rondom het klaarmaken en toedienen van high-risk medicatie blijken het lastigst uitvoerbaar te zijn. Bij deze controlemomenten is de verpleegkundige afhankelijk van een collega, voor wie het niet altijd haalbaar blijkt om de dubbele controle uit te voeren. In een hectische werkomgeving die constant aan verandering onderhevig is, dienen zij regelmatig ad hoc te moeten kiezen voor grondigheid versus efficiëntie en is het onmogelijk om altijd aan de eis van een dubbele controle uit de protocollen te voldoen. Om toch veilige zorg te leveren zijn de verpleegkundigen regelmatig genoodzaakt zich aan te passen aan de complexiteit van de dagelijkse praktijk. De praktijkvariatie die hierdoor ontstaat is daarom niet per se negatief, maar soms juist wenselijk en noodzakelijk.

Ziekenhuizen formuleren zelf verbeterpunten
Om de ziekenhuisprotocollen te vergelijken met de gang van zaken in de praktijk, zijn twee visuele modellen gemaakt. Deze modellen hebben we, samen met de knelpunten en aanbevelingen die uit interviews met verpleegkundigen naar voren kwamen, besproken met de deelnemende ziekenhuisafdelingen. Na een periode van reflectie hebben medewerkers per afdeling met elkaar punten geformuleerd om het proces rondom het klaarmaken en toedienen van high-risk medicatie veiliger en beter praktisch uitvoerbaar te maken.

Implementatie van de geformuleerde verbeterpunten
Enkele ziekenhuizen zijn inmiddels begonnen met de implementatie van de verbeterpunten die zij hebben opgesteld. Op een aantal afdelingen is het huidige proces meer onder de aandacht gebracht, onder andere tijdens verschillende overleggen, om het bewustzijn van de verpleegkundigen te verhogen. In één ziekenhuis wordt per afdeling het percentage uitgevoerde dubbele controles kenbaar gemaakt. De vergelijking met de scores van een andere afdelingen in het ziekenhuis moet verpleegkundigen motiveren de tweede controle uit te voeren. Meerdere afdeling hebben daarnaast procesmatige verbeterpunten geïmplementeerd door na te gaan of de tweede controle wel noodzakelijk is voor alle medicijnen die op de lijst met high-risk medicatie staan.

(Bron: Nivel)