Veilige zorg is niet per definitie goede zorg. Sterker nog: de reflex om veiligheid vast te leggen in regels en protocollen kan in het tegendeel verkeren, wanneer ze geen ruimte meer laten voor een lerende cultuur en het eigen oordeelsvermogen van professionals. Bovendien raken waarden als leefbaarheid, vrijheid en ontplooiing die essentieel zijn voor goede zorg in de verdrukking. Dat constateert het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) in het signalement “Veilige zorg, goede zorg?”, dat op 4 april wordt aangeboden aan Ronnie van Diemen, inspecteur-generaal Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

De laatste decennia is er veel geïnvesteerd in het veiliger maken van de zorg. De aandacht voor veiligheid en het voorkomen van incidenten is toegenomen en diverse grootschalige verbetertrajecten zijn opgezet om schade en risico’s te beperken. Maar, zo constateert het CEG, “het einde van de huidige strategie lijkt in zicht; de zorg wordt niet nog veiliger door nog meer te reguleren.” Teveel nadruk op veiligheid kan zelfs negatieve effecten hebben, aldus het CEG. “Instrumenten om veiligheid te reguleren schieten soms hun doel voorbij”, stelt hoogleraar en voorzitter CEG Commissie Maartje Schermer. “Overregulering betekent het te strikt en eenzijdig volgen van protocollen en checklists, dat zet het zelf nadenken van de professional onder druk. De nadruk op regels die de veiligheid moeten waarborgen kan er ook toe leiden dat er een cultuur ontstaat waarin open zijn over fouten onder druk komt te staan.”

Risico’s
Het beschermen van patiënten tegen alle mogelijke risico’s uit het dagelijks leven kan bovendien ten koste gaan van andere dingen die belangrijk zijn in het leven. Wat te denken van de verpleeghuisbewoner die graag wandelt, maar daarbij wel het risico op vallen loopt? “Een zorgaanbieder kan er voor zorgen dat iemand nooit meer valt, maar dan ook nooit meer wandelt”, legt Schermer uit. “Je kunt ook zeggen: we vinden die activiteit voor deze bewoner zo belangrijk dat we het risico bewust incalculeren.”

Uitleggen
Dat klinkt in theorie mooi, maar in de praktijk is er in Nederland een lage foutentolerantie. “Dat speelt in onze cultuur op meerdere plekken”, erkent Schermer. “Op allerlei werkterreinen hoor je als er iets mis gaat snel een roep om ingrijpen en regels. Wij pleiten er voor dat zorgbestuurders en professionals het hoofd koel houden. Dat betekent afstand houden en niet overhaast reageren, maar wel leren. Zolang er sprake is geweest van een zorgvuldige afweging valt het wel degelijk uit te leggen. Als het gaat om vragen rond veiligheid en kwaliteit van leven betrek je in beginsel de cliënt zelf daarbij, of als die het niet meer zo goed kan de familie. In ingewikkelde gevallen zou je eerst een multidisciplinair overleg of moreel beraad moeten houden.”

Professionals
Deze werkwijze vergt het nodige van professionals. “De boodschap aan hen is dat ze zich bewust moeten zijn van het feit dat moreel actorschap een belangrijk onderdeel van hun professionaliteit is. Besef dat er goede redenen kunnen zijn om af te wijken van de regels. Je bent juist professional om op grond van kennis en ervaring te weten wanneer je niet precies volgens de regels hoeft te werken. Soms moet je als professional zelfs afwijken van een protocol of regel, maar dat moet een bewuste keuze zijn. Dat impliceert dat je de afweging hebt gemaakt tussen het nut en doel van de regel waar je vanaf wijkt en het belang van de cliënt.”

Lessen
De rol van de bestuurder bestaat uit het creëren van een klimaat waarin dit soort gesprekken mogelijk zijn, waar nodig zwengelt de bestuurder dergelijke gesprekken aan. “Eigenlijk zijn er drie lessen voor de toekomst. We moeten beter reguleren, dat wil zeggen niet te snel op een incident een regel instellen, maar goed kijken naar regels die er zijn en in hoeverre die aansluiten bij de praktijk. Ten tweede is het zaak om het moreel actorschap van de zorgprofessional te versterken. Er moet er meer ruimte komen om zelf afwegingen te maken. Ook belangrijk is een cultuur van leren, niet alleen van fouten, maar ook van dingen die goed gaan.”

Raakvlak
Het pleidooi van het CEG hangt niet in het luchtledige. Op verschillende plekken in de zorg wordt kritisch nagedacht over doorgeslagen regelzucht in relatie tot de kwaliteit van zorg. “Er is geen rechtstreeks verband met een campagne als ‘(Ont)regel de zorg’, maar in ons signalement komt wel naar voren dat die campagne ook een reactie is op het idee dat er wel heel veel gereguleerd wordt. Wij signaleren dezelfde problematiek. Termen als ‘Samen beslissen’ en ‘passende zorg’ hebben we weliswaar niet gebruikt, maar ook hier speelt hetzelfde type afwegingen waarin veiligheid wordt afgezet tegen andere waarden. Je kunt niet zeggen: veiligheid staat altijd voorop en daarna gaan we samen beslissen over andere dingen. Bij de weging van waarden als enerzijds veiligheid en anderzijds kwaliteit van leven is de stem van de patiënt heel belangrijk.”

(Bron: Skipr)